Samenvatting: Het introduceren van vis in de voeding van peuters zou het risico op vertragingen in de neurologische ontwikkeling kunnen verminderen.
Belangrijkste feiten:
Uit het onderzoek, waarbij 142 kinderen betrokken waren, bleek dat het minstens één keer per week eten van vis geassocieerd was met verminderde risico's op neurologische ontwikkelingsachterstanden, en deze associatie werd verder beïnvloed door het microbioom van het kind.
Bij het onderzoek werd rekening gehouden met verschillende sociale en omgevingsfactoren, waarbij de nadruk werd gelegd op de rol van voeding, met name de visconsumptie, in de neurologische ontwikkeling.
Het eten van vis kan positieve effecten hebben op neurologische ontwikkelingen, met name vanwege de aanwezigheid van omega-3-vetzuren. Omega-3-vetzuren zijn essentiële vetzuren die het lichaam niet zelf kan produceren en die belangrijk zijn voor de normale groei en ontwikkeling.
DHA (docosahexaeenzuur) is een specifiek type omega-3-vetzuur dat overvloedig aanwezig is in vette vis, zoals zalm, makreel en haring. DHA speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling en het behoud van de structuur en functie van de hersenen. Het maakt deel uit van de lipiden in celmembranen en is met name geconcentreerd in de hersenen en het netvlies van het oog.
Verschillende studies hebben gesuggereerd dat het regelmatig consumeren van vis, vooral tijdens de zwangerschap en in de vroege kinderjaren, positieve effecten kan hebben op cognitieve functies en het risico op neurologische aandoeningen kan verminderen. Deze effecten worden vaak toegeschreven aan de rol van omega-3-vetzuren bij de ontwikkeling van de hersenen en het verminderen van ontstekingen.